Natuurlijk: De Ezel

Natuurlijk: De Ezel

 

Op de kinderboerderij of in de Zoo begroet de ezel je van aan de andere kant van de omheining met zijn welbekend I-A ! I-A!  Wees niet bang om hem te strelen, hij is dol op gezelschap. 

Ezel op rots

De ezel en het paard zijn nauw verwant aan elkaar. Toch moet de ezel meestal de rol van het domme neefje spelen. En dat is helemaal niet juist! Een ezel heeft een grote uithoudingsvermogen dan een paard en beweegt zich overal even gemakkelijk. Of dat nu op rotsen, in woestijnzand of in de bergen is. Bovendien heeft een ezel veel minder eten nodig dan een paard. Enkele handen vol gras en hooi en hij kan er weer tegen. Hij heeft ook veel minder water nodig. 

Wanneer je iemand zo dom als een ezel noemt, dan zit je er helemaal naast. Beter zeg je: zo koppig als een ezel. Want dat is dit dier wel. En nog niet weinig ook! Ook zebra’s en muildieren behoren tot de paardenfamilie. 

60 miljoen jaar geleden leeft de Eohippus. Hij was ongeveer zo groot als een vos en had aan de voorpoten vier en aan de achterpoten drie tenen. Toen het moerasland waar hij leefde langzaam veranderde in vlakten zonder bomen, veranderden ook zijn nakomelingen. Zij pasten zich aan hun omgeving aan. Uiteindelijk veranderden de dieren  tot eenhoevige. De Pliohippus, die zo’n zes miljoen jaar geleden ontstond, was de eerste eenhoevige paardachtige en is de eigenlijke voorvader van het paard, de ezel, de zebra en het muildier. 

Moeten we heb behandelen als een paard? Neen, de ezel kan tegen een stootje, maar houdt niet van aanhoudende regen en al helemaal niet van de kou. Staat hij in de wei, moet er een schuilplaats voorhanden zijn die hem beschutting biedt. Anders raakt hij snipverkouden. In de winter moet hij op stal. 

Dikwijls zie je hem over de grond rollen. Doet hij een gek spelletje? Neen, in de eerste plaats doet hij dat omdat hij dat lekker vindt. Hij ontspant zich en kan zich zo helemaal uitrekken en alle spieren nog eens gebruiken. Omdat hij met zijn poten niet aan zijn rug kan, rolt hij zich ook wel eens op de grond omdat hij tijdens het warme seizoen door venijnige insecten wordt gestoken. 

Men ziet hem ook dikwijls zomaar verveeld staan te suffen. In het wild leven ezels in een kudde, net zoals een paard. Als hij veel gaat balken, dat is zijn bekende geluid, moet men een beetje zorgen voor gezelschap. Met een andere ezel, een pony of een geit in zijn nabijheid, voelt hij zich al heel wat beter. Een ezelin herkent meteen het geluid van haar eigen veulen.

Pakjesezel   Pakezel bergen   Ezel met kar

De oren van de ezel zijn lang en erg beweeglijk. Ze vangen de zachtste geluiden op. Elk oor is ongeveer half zo lang als zijn kop. Hij heeft een kleine muil met tanden die ideaal zijn voor het eten en kauwen van grassen. Als de ezel jonger is dan 16 jaar kun je zijn leeftijd afleiden uit de slijtage van zijn gebit. Zijn poten zijn dun, maar erg gespierd. Hij kan er de steilste hellingen mee op. Zijn hoeven zijn erg hard en slijten niet zo snel. Een ezel hoeft daardoor geen hoefijzers te dragen, tenzij hij op een rotsachtige bodem werkt. Zijn schoft steekt minder vooruit dan die van een paard. Daardoor glijdt de berijder naar voor zodra de ezel halt houdt. De manen zijn te kort om je er aan vast te houden. Je rijdt dus maar beter niet op een ezel die geen zadel draagt. Met zijn rug, die met korte, stevige wervels ondersteund wordt, is de ezel in staat om zware lasten te dragen. De bruine band die van de manen tot aan de staart loopt vormt te hoogte van de schouders een Sint-Adrieskruis.  In de zomer heeft hij een heel korte vacht. In de winter wordt die langer en warmer. Rond zijn ogen, op zijn neus en op zijn buik is de vacht bleker en zachter. 

Ezel met kinderen   Ezel waterdrager   Ezel met kraam

Een ezel is geen kieskeurige eter. Hij is verlekkerd op gras, vooral op dat van verwilderde weilanden en wegkanten. Distels en brandnetels schrikken hem niet af. Wel moet men uitkijken met eikels: hij is er dol op en kan er ziek van worden als hij er teveel van eet. Hij houdt ook van fruit, groenten en hooi. 

Zelf een ezel of een ezelveulen houden is wel een goed idee… maar men moet wel voldoende ruimte hebben. Vergeet niet dat een ezel ongeveer 30 tot 35 jaar oud kan worden. Een ezelin is rustiger dan een hengst, die soms onhandelbaar is.

Geef een ezel geen koekjes, klontjes of andere zoetigheden. Daarvan wordt hij dik en … wispelturig. Trakteer hem liever op een wortel of droog brood. Dat is stukken gezonder! Als je zachtjes met hem praat, vindt hij zich heel belangrijk en puur uit gezelligheid zal hij jouw beste vriend worden!

Wilde ezels 

 

Jeffie, natuurgids